Kies de juiste wijn voor je kookkunsten

Ga je wijn serveren bij het eten, dan kan het lastig zijn om te kiezen welke wijn je moet kopen zodat hij het gerecht goed complimenteert. Hier zijn een paar handige vuistregels om de juiste wijn bij het eten te vinden.

Zoet eten vraagt om zoete wijn
Hoe zoeter het eten, hoe zoeter de wijn moet zijn. Zoetigheid in het eten benadrukt de zuurheid en bitterheid van de wijn, daarom moet je altijd zoete wijn serveren bij zoete gerechten. Dit is ook precies de reden waarom dessertwijnen de zoetste wijnen zijn die je kunt kopen.

Dessertwijnen zijn dus perfect voor desserts, maar wat kies je dan bij zoetere gerechten die niet per se desserts zijn?

Druivensoorten zoals Riesling en Pinot Gris leveren lichtzoete wijnen die goed passen bij meer zoete gerechten. Deze bestaan echter ook in drogere varianten, dus het is belangrijk om erop te letten dat je de zoetere versies kiest.

Zuur eten vraagt om zure wijn
Dit is eigenlijk hetzelfde principe als de vorige regel. Serveer je gerechten met veel zuur, bijvoorbeeld citroen, dan is het slim om een wijn te kiezen die ook zuur is. Het zure in de maaltijd laat de wijn minder zuur smaken, waardoor andere aroma’s in de wijn beter naar voren komen.

Druivensoorten zoals Sauvignon Blanc kunnen erg zuur zijn en passen daarom goed bij zure gerechten. Zo’n wijn legt extra nadruk op smaken als kruisbes en vlierbloesem.

Een beetje zoet in de wijn complimenteert zout eten
Zout en zoet vullen elkaar altijd aan. Serveer je een zout gerecht, dan kan een wijn met wat zoetigheid het geheel nóg beter maken.

Witte wijn, zoals Chardonnay uit warmere klimaten, is een goede keuze bij zout eten, omdat die vaak iets meer zoetheid bevat. Rode wijn zoals Pinot Noir kan ook goed werken, omdat die extra balans toevoegt aan het zoute.

Intensiteit vraagt om intensiteit
Serveer je krachtige, smaakvolle gerechten, kies dan een wijn die net zo krachtig is. Een wijn kan snel flets lijken als hij de intensiteit van het eten niet kan bijhouden.

Een stevigere rode wijn of een kruidige Merlot past goed bij intensere gerechten – of een droge Riesling als je liever wit drinkt.

Krachtige rode wijnen bij vlees
Gerechten met veel proteïne – of het nu biefstuk of een gebraad is – gaan goed samen met een vollere rode wijn. Ook hier geldt: match de intensiteit van het vlees met een krachtige rode wijn.

Cabernet Sauvignon en Merlot zijn twee druivensoorten die uitstekend passen bij vleesrijke gerechten. Ze zijn vol en krachtig en vormen een perfecte aanvulling op het eiwitrijke vlees.

Fris en zuur bij vet eten
Serveer je een vet en zwaar gerecht, dan is een meer zure wijn een goede match. Dat zorgt voor meer balans in de maaltijd: de vetheid van het eten tegenover de frisse zuren van de wijn.

Goede druivensoorten bij vet eten zijn bijvoorbeeld droge Chardonnay (uit koelere klimaten) en Riesling. Voor wie liever rood drinkt, kan een kruidige Zinfandel ook heel goed passen bij rijkere, vettere gerechten.