Wetenswaardigheden over champagne en crémant

Hoe worden Champagne en Crémant gemaakt:
Champagne en Crémant zijn onderworpen aan enkele van de strengste productievoorschriften in de wijnwereld. De regels zijn niet willekeurig. Veel van wat we zien, proeven en drinken in een kwaliteitsfles bubbels, is een bijproduct van de geologie, fysica en geschiedenis die oorspronkelijk heeft geleid tot de creatie van Champagne.
De druiven worden speciaal geselecteerd en gevinifieerd. Ze worden ook eerder geoogst dan voor niet-mousserende wijnen, om de zuurgraad te behouden die Crémant de Bourgogne al zijn frisheid geeft.

De bruis ontstaat door de toevoeging van liqueur de tirage (cuveewijn + suikers + gist) tijdens het bottelen. Dit leidt tot een tweede alcoholische gisting, die kooldioxide vrijmaakt bij het ontstaan van de bubbels in Crémant.

De flessen worden vervolgens in speciale rekken (pupitres) geplaatst en bijna ondersteboven gezet. De flessen worden regelmatig handmatig of mechanisch gedraaid, zodat de gistresten zich in de hals afzetten.

Het afsluiten, de laatste fase, vindt plaats na het dégorgement (verwijderen van bezinksel en onzuiverheden) en de toevoeging van een likeur. Afhankelijk van de dosering zal dit resulteren in een Crémant die droog, halfdroog of zoet is.

De waarheid is dat 99% van alle wijndrinkers het verschil tussen een goede Crémant en een Champagne niet zal kunnen proeven.

Champagne mag alleen worden geproduceerd in het Champagnedistrict in het noordoosten van Frankrijk, en Crémant mag worden geproduceerd in de volgende Franse regio’s: Elzas, Bordeaux, Bourgogne, Die, Jura, Limoux, Loire en Savoie.

Champagne wordt gemaakt van de druivensoorten Chardonnay, Pinot Noir en Pinot Meunier. Crémant wordt gemaakt van druiven die kenmerkend zijn voor de regio’s waarin ze worden geproduceerd. Deze kunnen verschillen van de drie die worden gebruikt om Champagne te maken.

Crémant en Champagne worden geproduceerd in wit en rosé.